AyyaKusuma
Boeddhistische leraren zijn ook kinderen geweest: wat deden ze als kind? Wilden ze vroegen ook al meditatie-leraar worden of dachten ze dat ze wat anders zouden gaan doen?

Traudel Reiss interviewde een echte non, die in Sri Lanka woont, de eerwaarde Kusuma.

Ze werd in de jaren twintig in Sri Lanka geboren en groeide op in een rijke familie. Ze studeerde later biologie, en was lerares in biologie aan de universiteit. Later deed ze nog een studie, in de vakken Pali (dat is een oude taal), Boeddhisme en Engels.

Ze heeft twee proefschriften geschreven. Eén over de situatie van de nonnen in Sri Lanka een de andere over de regels voor Boeddhistische nonnen.

Door de vele lezingen die ze gaf, in het bijzonder die voor de radio en televisie, werd ze erg bekend in Sri Lanka. Ze trouwde en kreeg 6 kinderen. Ze heeft nog altijd een goed contact met haar kinderen. Als volwassen vrouw en oma is ze ze als één van de eerste vrouwen op Sri Lanka non geworden. Ze heeft natuurlijk eerst overlegd met haar man, en die vond dat goed. Ondertussen heeft ze op Sri Lanka een centrum opgericht, waar ook mensen uit het westen (Europa en Amerika) kunnen mediteren.


"Was U als kind al geïnteresseerd in religie?"

Ja. Mijn moeder was lerares in een zondagsschool, en we hebben thuis de leer van Boeddha bestudeerd. We hebben ook geprobeerd, dat wat we geleerd hebben ook in ons dagelijks leven te gebruiken. Anderen helpen bijvoorbeeld, de waarheid zeggen, vriendelijk zijn, geduldig zijn enzovoorts.


"Heeft U vroeger als kind ook al gemediteerd?"

Nee. Maar ik deed wel de grote mensen na, en ben dan met gesloten ogen en gekruiste benen gaan zitten.


"Wilde U toen ook al non worden?"

Nee. Toen ik kind was, waren er nog geen nonnen in mijn land, want de nonnen-ordes waren toen al meer dan 1000 jaar uitgestorven. Jammer genoeg werden vrouwen, die hun leven lang al met Boeddhisme bezig waren, toen nog niet door de bevolking geaccepteerd of ondersteund. De meesten van hen waren erg arm, en hadden nauwelijks genoeg om van te leven.


"Hield U ook van dieren? Had U ook een lievelingsdier?"

Ja, ik hield erg veel van dieren, en het meest van honden en katten.


"Had U vroeger ook veel vrienden en vriendinnen?"

Nee, ik had niet zo veel vrienden en vriendinnen, maar een paar. Maar we waren altijd wel erg hecht, en zelfs nu, ongeveer 60 jaar later, zien we elkaar nog wel eens.


"Was U op school een buitenbeentje?"

Ja. Ik ging vroeger naar een jongensschool. Daar werd ik toen veel gepest en geplaagd, en ik was vaak bang voor de anderen.


"Heeft U vroeger veel boeken gelezen?"

Nee. Maar ik heb wel boeken over Boeddha's leer gelezen, en op de zondagsschool heb ik Pali en liedjes geleerd. Veel van de dingen die Boeddha geleerd heeft ken ik uit mijn hoofd.


"Was Uw familie boeddhistisch en heeft U vroeger boeddhistische feesten gevierd?"

Ja.


"Had U vroeger ook een lievelings spel of speeltje?"

Ik had als kind niet veel spellen en speelde ook niet zo veel. Af en toe speelde ik met kaarten van mijn vader. Ik heb leren koken en naaien, omdat we een groot gezin hadden, en ik vind het nog steeds leuk om dat te doen.


"Ging U vroeger graag naar school, en wat was Uw lievelingsvak?"

Ik vond het leuk om naar school te gaan, en het leukst vond ik biologie en scheikunde.


"U ben moeder van meerdere kinderen? Heeft U uw kinderen boeddhistisch opgevoed?"

Ja. Mijn kinderen gedragen zich erg goed, en we hebben nooit problemen met elkaar gehad. Ze helpen en ondersteunen me nog altijd.


"Zou U kinderen in westerse landen aanraden te mediteren? Zo ja, vanaf welke leeftijd?"

Ik vind dat kinderen tussen 5 en 10 jaar kunnen beginnen met mediteren. Eerst kunnen ze oefenen om in een bepaalde houding een poosje rustig te blijven zitten. Daarna kunnen ze dan wat eenvoudige meditatie oefeningen doen: hun hart openen voor iedereen: voor de ouders, zusjes, broertjes, schoolvrienden en vriendinnen, familie, dieren enzovoorts.

Als je dan vol van vriendelijkheid aan hun allemaal denkt, kun je hun wensen dat het goed met ze zal gaan.
Site logo